40. Op naar Portugal
10 januari
De tweede dag in Jerez de la Frontera staat, hoe kan het anders, in het teken van de Sherry. Deze drank werd al door de Moren gebrouwen als Šereš aan de Engelsen verkocht, vandaar de naam Sherry. Anderen beweren dat de Engelse uitspraak van Jerez luidt (fonetisch Nederlands) Sjerriez. Hier heet het in elk geval Jerez (“Gerez”). We gaan met de bus van IKEA naar het centrum, door de minder aantrekkelijke krochten van Jerez en nuttigen Churros con Chocolate, echt wel een ochtenddingetje voor de Spanjaard. Churros zijn gefrituurde deegslierten, en de chocolate zit halverwege chocolademelk en hete chocoladevla. Lekker machtig.
Na het traditionele bezoek aan de kathedraal is het dan toch zover: rondleiding door de Bodega van Tio Pepe. Heel veel vaten sherry, uitleg over het Solerasysteem en een bezichtiging van de vaten die door beroemdheden zijn getekend dan wel aan hen gewijd, zoals die voor Los Reyes Españoles en het vat voor de Right Honourable Sir Winston Churchill. Ook het archief met daarin één exemplaar van elke uitgebrachte jaargang/type is indrukwekkend.
Aan het einde natuurlijk de proeverij met vier flinke glazen sherry en wat tapas. Voldaan zetten we koers naar de bus die ons weer bij de vertrouwde IKEA brengt. Toch nog trek, even een boutje uit de IKEA-winkel gescoord en warm gemaakt.
11 januari
Tijd voor iets anders. Door de Jerezstreek met zijn karakteristieke bleke aarde en zijn laag gesnoeide Palominostokken rijden we naar Sanlúcar de Barrameda, een leuk plaatsje aan de Guadalguivir tegenover het Nationaal Park Doñana. Hier vertrok Fernão de Magalhães voor zijn reis rond de wereld waarvan hij niet terugkeerde.
We kiezen een gratis plekje op een parkeerterreintje, heerlijk uit de harde wind en wel in de zon.
12 januari
We moeten vroeg uit de veren want we gaan op excursie door het Nationaal Park. Eerst met de boot naar de overkant en dan in een vierwielaangedreven busje door het park. Hebben wij weer: het is zaterdag en heel Spanje staat met jeeps in een wanordelijke rij om over te varen. Grote chaos, geen flauw idee welke boot we moeten hebben. Maar goed, het is Spanje en uiteindelijk lost het zich weer op. De veerboten zijn eigenlijk een soort landingsvaartuigen die een klep op het strand laten zakken. Met een gewone auto zou het nog niet zo eenvoudig zijn om aan boord te komen, laat staan met een zwaarbeladen en diepliggende camper. De Spanjaarden laten ook allemaal lucht uit hun banden lopen, zo rijden ze makkelijker over en door het zand.
In de consternatie vergeten we de trouwdag van Janny en Cis, en ze hadden ons nog wel uitgenodigd voor een sjiek diner dat we hebben moeten afslaan. Schande!
De excursie is leuk maar niet om over naar huis te schrijven, wat we dan ook niet doen.
Er is nog tijd genoeg om het stadje in te gaan voor een feestelijke lunch, weer druk natuurlijk want zaterdag. Maar we hebben geluk en scoren toch nog een fijn tafeltje in de zon. Laat de tapas maar komen! En Jerez natuurlijk; iedereen drinkt dat hier, de trots van de streek hoewel het hier geen Jerez mag heten want we zitten net buiten de afbakening. Smaakt hetzelfde.
13 januari
Karen is jarig, we brengen de felicitaties over per Whatsapp. We verkassen naar de andere kant van de Guadalquivir. Tot aan Sevilla is er geen brug; de rivier is te breed, te onvoorspelbaar en er is te weinig economisch belang. Sevilla is wel een zeehaven, hoewel het ver landinwaarts ligt. Ooit vertrok hier Columbus met de zegen van Ferdinand en Isabel, Los Reyes Católicos.
Maar wij moeten zuidwaarts, naar Doñana. Het is zondag, geen inkopen dus we gaan met minimale voorraden het Nationaal Park in. Mooie camping tussen de parasoldennen; stil en verlaten met alleen vogelgeluiden. Goede plek met avondzon. Maar als die ondergaat, is het meteen binnenzitten geblazen. Gelukkig is er een elektriciteitsaansluiting dus het ventilatorkacheltje kan aan. Ook weer eens een douche na vier dagen; je raakt eraan gewend en het is geen plakkerig weer maar een goede douche doet wonderen voor je humeur. (Terwijl ik dit schrijf klinkt de bosuil luid en duidelijk in de voornacht).
Els improviseert een pastamaaltijd, een goede keukenprinses kan wonderen verrichten met weinig.
14 januari
We doen de was maar de wasmachine warmt niet op dus hoe schoon het wordt… De waslijnen hangen keurig in de zon en het droogt als een tierelier. En het ruikt het in ieder geval weer lekker naar zeepsop.
Peter gaat op de fiets boodschappen doen in het naburige dorp. Het is toch wel weer 18 km maar je slaapt er goed op zullen we maar denken. Een late lunch/vroeg diner van kipspiesjes op de barbecue met gegrilde Aubergine en provencaalse tomaat, lekker gezond. Thee erbij, het is maar gewoon maandag en de alcoholische valkuil moet vermeden worden.
15 januari
Terwijl Els de camper een goede beurt geeft, maakt Peter een dagwandeling. Door het park een route van 27 km uitgezet. Dacht wel een stuk af te kunnen snijden. Echter niet gelukt en komt pas tegen 17.00 terug. Allebei hondsmoe dus. We steken toch maar weer de bbq aan voor een door Els voorbereide maaltijd. Maar als de zon weggaat is het te koud, en dan blijkt dat er binnen gegeten moet worden. Ook gezellig met een lampje en een snorrende kachel en begeleid door de bosuilen.
De Doñana is een enorm natuurgebied, waarschijnlijk een verzande delta van de Guadalquivir. Duinen en parasoldennen, heide en zo nu en dan een mandarijnen- of olijvengaard. Midden in het gebied ligt El Rocío, een stadje waar je zo een Paëlla-Western op zou kunnen nemen. Elk jaar met Pasen vindt hier een enorme manifestatie plaats waar tienduizenden mensen op afkomen. Grote praalwagens, onderhouden door zogenaamde Hermandidades, met daarop een Mariabeeld worden van heinde en verre in massale processies aangereden. De prijzen van campings stijgen tot duizelingwekkende hoogte. Maar nu is het stil en vredig met vogelgekwetter en een balkende ezel.
16 januari
Op naar de kust aan de rand van het Donana park. Alweer een totaal verlaten vakantie oord genaamd Matalascañas (met de grootte van een behoorlijk Nederlands dorp). Er is hier aan de Spaanse kusten een enorme verspilling van kapitaal. Al deze oorden worden misschien maar 3 maanden per jaar gebruikt. Er is bijna niets open qua winkels of bars/restaurants. Gelukkig vinden we nog een kleine “super”markt voor wat inkopen. We staan op een zanderige parkeerplaats aan het einde van het dorp, vlak bij zee en vallen heerlijk in slaap op het ritme van de golven.
17 januari
Peter haalt na de koffie vers brood op de fiets en we luieren en lezen wat. Korte wandel- en fietstochtjes in de buurt. Het is een zielloos dorp zo buiten het seizoen, want er is geen oude kern met vaste bewoning. Alleen maar lege vakantiehuizen en gesloten neringen.
18 januari
Peter vertrekt na de lunch voor een wandeling over het strand en door het Nationaal Park. Heel veel plasticvervuiling, allemaal aangespoeld. Het irriteert maar er is waarschijnlijk geen kruid tegen gewassen; kilometers kustlijn waar vrijwel nooit iemand komt. Wel wordt er veel heen- en weergereden met excursiebusjes; excursies te voet zijn hier niet populair. Ontelbaar veel dierensporen in het park, maar geen dier te zien.
Na de wandeling nog een frisse duik in zee; de Spanjaarden kijken verbijsterd.
We verkassen laat in de middag naar de andere kant van het dorp, waar nog wat bars/restaurants open zijn. Een grote, felverlichte parkeerplaats annex busstation is ons tehuis deze nacht. We drinken wat biertjes en eten tapas in de enige bar/restaurant die ons wat lijkt, maar een fatsoenlijke maaltijd wordt niet geserveerd. En dat voor de vrijdagavond! Maar een reiziger is gauw tevreden en in ons huisje snort de kachel.
19 januari
Het is een onrustige nacht met regen (regen!) en veel verkeer dat vlak langsscheurt. Maar de camper is een beetje opgefrist na vele weken stof, dat is dan wel weer tof. Na de koffie vertrekken we richting Portugal, het gaat nu echt dichtbij komen. We rijden de weg die we jaren geleden, op onze fietstocht van Faro naar Rotterdam, ook hebben gereden in omgekeerde richting. Het is hier toch wel bijzonder, duinen van tientallen meters hoog en ontelbaar veel parasoldennen. Na een koffiestop tussen de dennen arriveren we bij een Carrefour Hipermercado. Dat is andere koek met 100 soorten olijfolie en 50 m ontbijtgranen. We kopen maar een beetje makkelijk eten, zoals voorbereide paëlla. Dat gepruts op een klein komfoor en dat gepriegel in een half afwasbakje lijkt wel romantisch maar soms willen we gewoon even geen gedoe.
We landen in Isla Cristina op een camping aan zee. Terwijl ik dit tik roffelt de regen gezellig op de plexiglas dakramen, normaal word je er wat depressief van maar we weten ook dat regen in Spanje echt tijdelijk is. De paëlla smaakt er niet minder om, zeker als er een glaasje witte wijn bij is.
20 januari
Het heeft flink gespetterd en een druipend en donker dennenbos, wat deze camping is, is niet onze favoriete verblijfplaats. Maar het is opgeklaard, dus vooruit met de geit. Peter gaat weer eens wandelen, mooie tocht door de duinen maar daarna over een zogenaamde Via Verde. Dat is een oude tramweg omgebouwd tot voet-, fiets- en ruiterpad. Helaas loopt het tussen oneindige plastic kassen met aardbeien en ander gewas. Verderop loopt het pad door de Salinas, de zoutpannen. Droevige vervuiling met plastic en piepschuim. Voor de liefhebbers van ZEEZOUT: Doe het niet. Plastic teenslippers, vuile onderbroeken, chloorflessen, vogelpoep. Neem vooral JoZo. Dat is ook ZEEZOUT maar dan van 500 miljoen jaar geleden, toen de mens nog niet op aarde rondliep en dus ook geen teenslippers en onderbroeken in het ZEEZOUT kon gooien. Op volstrekt hygiënische wijze gewonnen door onze vaderlandse AKZO. Ik zeg het maar even….
Er zwemmen en lopen nog wel een paar vogeltjes (loopsijsies en drijfsijsies); sommige laten zich determineren maar andere niet.
Els vermaakt zich aan het strand met het zoeken naar schelpen; die zijn toch net weer anders dan op andere plaatsen.
21 januari
Weg van die sombere camping! We rijden richting Ayamonte. Daar is een CEPSA-depot waar ze (clandestien, met een zelfgefabriekt pijpje) gasflessen vullen. Wel opletten, want ze stouwen hem tot de nek toe vol met gevaar van scheuren. Dus zelf de weegschaal erbij en vullen tot 80%.
Dan naar een mooie camperplaats bij de jachthaven, per computer inchecken en elektriciteit activeren en dan staan we op een heerlijk zonnige, schone plek. Met het invalidenkarretje het leuke stadje in. We herkennen dit van onze fietstocht, je komt hier vanuit Portugal aan met het pontje van Vila Real de San Antonio.
2 gedachten over “40. Op naar Portugal”
Lieve Peter en Els,
Met heel veel plezier jullie nieuwsbrief 19 en 20 gelezen.
Elke dag weer nieuwe verrassingen.
Wat een prachtige onderwater foto’s Wauw!!
Leuk dat we elkaar binnen kort gaan zien.
Tot snel,
Corrie
Lieve Corrie, wij zien ernaar uit je weer te ontmoeten. Tot gauw!