Blog 68: On the road again…
Wat vooraf ging….
Ons laatste Blog eindigde ermee dat we eind November halsoverkop Italië moesten verlaten omdat de Corona-situatie daar opnieuw uit de hand liep.
Terug in Nederland hebben we toen voor drie maanden een huisje gehuurd in Lunteren, om de koude en natte maanden door te komen. Geen gekke plaats; je kunt er oneindig wandelen en fietsen, je hebt er de Muur van Mussert, het Midden van Nederland, de Germaansche Put…. Alleen oppassen voor boze boeren met shovels.
Op 1 Maart besloten we dat het weer voldoende was opgeknapt en dat we wel weer in de camper konden. Inderdaad kwam er een mooie week maar de rest van het voorjaar was natuurlijk knudde. En alle landen kleurden rood; niet alleen een risico om erheen te gaan maar ze willen daar ook geen Nederlanders.
We hebben de tijd nuttig besteed. Zo hebben we familie en vrienden (hoewel selectief en voorzichtig) bezocht. Ook heeft de camper een grondige poetsbeurt gekregen en is hij deels (de polyester koof) met nano-coating behandeld.
Ondanks het slechte weer hebben we het noorden van Nederland verkend. Een paar dag en aan het Lauwersmeer gestaan en 2 dagen staan schudden in de wind. Op de enige redelijke dag hebben we een rondje Schiermonnikoog gewandeld. Het Friese woud bezocht, een prachtig moerasgebied (moet je in de zomer niet zijn gezien de muggen die er al waren).
Verder waren er problemen met de Pendix-motor van Peters fiets. Die bleef maar kraken en werkte steeds los. Uiteindelijk, na een bezoek aan de importeur en een garantieclaim, kwam er een nieuwe motor. De ontknoping kwam uitgerekend toen we in Groningen waren om de PCR-test te doen die ons via Duitsland Denemarken in zou kunnen krijgen. Test verzetten, terugrijden naar Rotterdam…. Maar nu zit er dus een nieuwe motor op die zich de eerste 100 km goed gehouden heeft.
Koers Noord
En dan de tegenwoordige tijd (letterlijk):
Op 24 Juni doen we in Groningen de PCR-test. We bezoeken nog het Groninger Museum (de Museumkaart moet er toch uit) en borrelen en eten gezellig nog wat met neef Jos Grootveld.
De volgende dag vroeg op en karren maar. Nog even hagelslag en ontbijtkoek inslaan en dan zonder problemen de Duitse grens over. Wel een teleurstelling; zit je klaar met ID-kaart, Trouwboekje, Gele Vaccinatieboekje, PCR-testcertificaat – niemand heeft belangstelling.
In Noord-Duitsland overnachten en de volgende morgen de grens over naar Denemarken. Alweer een teleurstelling, niemand om ons te controleren, alle moeite en kosten voor niets.
We strijken neer op het Waddeneiland Rømø, op een enorme camperplaats die nochtans bijna geheel gevuld is met Duitsers.
Mooi wandelen daar, een Deens Waddeneiland is weer heel anders dan een Nederlands.
Omdat het eiland niet heel groot is, we de nieuwe motor van Peters fiets eens goed willen testen en het een warme dag gaat worden, nemen we de veerboot naar Sylt, een Duits Waddeneiland. Oei, tweemaal de grens over, spannend. Sylt is al heel lang een geliefde vakantiebestemming voor Duitsers, niet in de laatst plaats vanwege de FKK-stranden. Dat is goed te zien; het is aardig volgebouwd met tamelijk dure huizen. Het wordt een stevig tochtje, vooral omdat het halen van de boot terug (eenmaal per uur) krap dreigde te worden (je wilt niet weer een uur wachten). De motor houdt het goed, en als beloning hebben we terug op Rømø een dinertje.
Verder maar weer, richting Kopenhagen via de indrukwekkende Store-Beltbrug. ’s Avonds vinden we via de Park4Night-app een parkeerplaats. Peter gaat lekker in zee zwemmen maar na het eten komt een omwonende klagen dat ze gek worden van de camperaars in hun buurtje. Hij maakt er nogal een punt van en dreigt met politie, zodat we maar besluiten om weg te gaan en een betaalde plek opzoeken. Nu ja ook leuk, mooi uitzicht op de eerder genoemde brug, elektriciteit en drinkwater inbegrepen.
We rijden de volgende dag Kopenhagen voorbij (misschien bezoeken we die stad op de terugreis) en rijden over de eveneens indrukwekkende Öresund-brug (“The Bridge”) Zweden binnen. Geen lijk te zien; wel paspoortcontrole maar geen Covid-check. En zo staan we dan een paar uurtjes later iets onder Gothenburg op een kleine parkeerplaats bij de zee (het Kattegat). Echt zwemweer is het niet, dus we laten het maar bij een strand- en rotswandeling.
De volgende stop is Gothenburg, waar we belanden op de stadscamping bij Liseberg. De volgende dag gaan we met de tram de stad in en doen een stadswandeling. Gothenburg ademt wel een bijzondere sfeer maar langer dan een dag moet je er toch niet zijn vinden wij. Tenzij je als een echte toerist alle aangeprezen attracties wilt doen natuurlijk, zoals de dierentuin en het amusementspark Liseberg.
Op naar het noorden, en na twee tussenstops en een fietstochtje bereiken we Karlstad. De voor campers bedoelde sectie op de parkeerplaats bij het meer Vänern is overvol, ook de Zweden moeten vakantie houden in eigen land. Maar overnachten op het overige deel wordt kennelijk toegestaan, dus vooruit. Vanuit Karlstad loopt een oude spoorbaan, de Klarälvsbanen, die buiten gebruik is gesteld en omgetoverd tot fietspad. We willen met de bus naar het andere eind en dan de 86 km terugfietsen. Maar de fietsendrager op de bus blijkt uit twee belachelijke stangen te bestaan waaraan je je fiets moet laten bungelen. En het past (gelukkig!) nog niet ook. We gaan terug naar de camper en zetten m.b.v. Garmin Basecamp een alternatieve route uit en zijn dan toch lekker de hele dag bezig. Het zijn warme dagen, na terugkomst gaan we in het meer zwemmen en zijn dan weer lekker fris.
Verder maar weer, we bereiken de Noorse grens en eindelijk worden we gecontroleerd op Covid. Het is 7 juli, we trekken de smartphone en starten de CoronaCheck app van Hugo om de Europese QR-code te tonen. Helaas, de app moet worden geupgraded….. Gelukkig gaat dat snel en we kunnen de grenswachten overtuigen van onze vaccinatiestatus. Die avond vinden we een plekje bij een waterval, helemaal voor ons alleen.
Er is ook een archeologische vondst gedaan; petroglyphen van herten en elanden.
De volgende dag rijden we door Gol, de plaats waar we in 1974 met een grote groep (waarvan er al 6 zijn overleden) drie weken in een huis doorbrachten. Het dorp is enorm gegroeid, we herkennen er weinig meer van. Wel kunnen we er LPG tanken (voor koken en verwarming). Dat spul is in Noorwegen niet bij de tankstations te krijgen, je moet met een app gericht zoeken.
We stoppen in Geilo (“Jeilo”) waar we goede herinneringen aan bewaren. Hiervandaan maakten we in onze jonge (nou ja) jaren dagenlange trektochten door de Hardangervidda en rondom de Hardangerjökulen. Ook dit oord is enorm gegroeid, vooral door de wintersport. Overal huisjes en hotels… Wel bestaat de Hallingstuene nog, een oergezellig houten restaurant in het hart van het dorp. Walviscarpaccio; dat mag natuurlijk eigenlijk niet maar aan de andere kant: hoeveel porties carpaccio kun je wel niet snijden van één walvis….
Haugastøl is de volgende stop, we overnachten vlakbij het station van de Bergensbanen, de heroïsche spoorlijn van Oslo naar Bergen met als hoogste punt Finse op 1222m.
De volgende morgen nemen we de trein naar, inderdaad, Finse. Wat daar meteen opvalt is het enorme aantal huurfietsen.
De fietstocht over de Rallarvägen is hier erg populair. De Rallarvägen was een hulpweg die is aangelegd om materieel en goederen aan te voeren voor de aanleg van de Bergensbanen en je kunt hem nu affietsen via Myrdal naar Flåm (“Flòhm”) dat aan een fjord ligt. Flinke afdaling dus! Wij gaan niet fietsen maar hijsen de rugzakken op voor een voettocht van 34 km via Krækjahytta naar Haugastøl.
Dat is dezelfde tocht die Peter in 1974 maakte met Cis, Joep en Max maar dan in omgekeerde richting. De Ultra Light uitrusting weegt niet meer dan 8kg, dat is wel wat anders dan op onze laatste tocht hier, zo’n 10 jaar geleden; toen was het wel 20. Maar we zijn nauwelijks getraind en de jaren gaan meetellen. Om eerlijk te zijn: het valt ons niet mee. Het wandelpad is lastig te belopen want bezaaid met rotsblokken die nooit liggen waar jij ze wilt en vaak met de punt omhoog steken. We maken maar zo’n 12 km per dag, vroeger was dat wel 20. Niet getreurd, de uitzichten zijn prachtig, het weer werkt mee en de kampeerplekjes zijn wildromantisch.
We kunnen de avondmaaltijd buiten opeten, dat gebeurt ons niet vaak op dit soort tochten. De lange dagen helpen natuurlijk wel, de zon is hier maar een paar uur onder. De tweede avond kunnen we ons wassen in een beek, wat is dat toch lekker als het goed weer is.
Na drie dagen lopen komen we weer in Haugastøl waar we bij het station in het meer kunnen zwemmen! Als overnachtingplek is het minder geschikt, de hele nacht door razen er personen- en goederentreinen voorbij. Vooral die laatste maken een hels kabaal. Maar moe als we zijn slapen we toch telkens weer in na zo’n pandemonium.
Al 3 weken is het voor Scandinavische begrippen mooi weer, lekkere temperatuur en slechts een enkel buitje. Dit treft ons net als we over het plateau van de Hardangervidda rijden. Een prachtig, woest natuurgebied dat met nevel en regen nog woester overkomt. Aangekomen bij de Vøringsfossen waterval wachten tot het droog wordt volgens de buienradar.
De Noren overigens trekken zich er niets van aan en lopen in hun t-shirt door de regen. Ze lijken niet eens parapu’s te hebben. Dat gaat ons wat te ver. Onderweg naar Flåm komen we langs een niet zo grote camping aan een waterval en besluiten te stoppen om in het zonnetje te zitten en de volgende dag weer eens te wassen. Genieten!
Tot spoedig maar weer!
7 gedachten over “Blog 68: On the road again…”
Hoi Els en Peter,
Jullie zullen wel blij zijn weer op pad te kunnen! Het is ook meteen weer erg mooi! Met voor mij een aantal herkenbare plaatsen, maar niet vanuit 74 maar iets later! Geniet er maar van! Hartelijke groet van Gea en Alex
Alex, altijd de eerste die reageert. Inderdaad een mooie omgeving, fascinerend door zijn ruigheid!
Hi luitjes,
Prachtige blog, prachtig weer, prachtige omgeving en prachtige mensen.
Geniet en veel plezier
Gerda en George
Jullie ook veel plezier!
Hallo lieverds,
Wat is Noorwegen toch schitterend, dat wordt door jullie foto’s weer bevestigd. Daar zullen ze overstromingen ,als in Limburg waarschijnlijk niet kennen. Het is weer fijn om al jullie belevenissen weer te kunnen lezen.
Lievies blijf voorzichtig en blijf genieten.
Gerard en Letty.
Hoi Letty, hier alleen maar goed weer op een sombere dag na. Wij blijven voorzichtig, hebben zelfs op aanraden van Gerard een poederblusser gekocht!
Lieve Els en Peter, Weer op weg!! Wat is het toch weer gezellig om jullie roadblogs weer te ontvangen met prachtige foto’s en mooie verhalen. Het is weer echt genieten!!!
Lieve groet,
Corrie