51. Thailand

51. Thailand

De heenreis
Het is zover: De reis door Thailand en Laos gaat beginnen. We zetten de camper neer bij Jeroen (plek zat) en misbruiken zijn huis om de fietstassen in te pakken. Eindelijk ruimte om alles neer te leggen. Nog een laatste nachtje in de camper bij lichte vorst, de kachel moet nu echt wel aan! Donderdagmorgen nog douchen, gas afsluiten en water aftappen en dan staan we klaar. Bob, de broer van Jeroen, komt met zijn bus om ons te vervoeren en dat is maar goed ook want we zijn op de tropen gekleed en dan is het oorspronkelijke plan om te fietsen naar het station met dit weer geen goed idee. Bob zet ons netjes voor station Geldermalsen af. Fijne familie die Van Brakels.
Met de trein naar Schiphol en gelijk door naar de bagagekelder waar we twee fietsdozen kopen. Dat inpakken is nog wel een dingetje. Pedalen eraf en aan de binnenkant weer inschroeven. Stuur verlagen en dwarszetten, en de handgrepen en remhandels verdraaien. Het zadel lager zetten. Dan de doos in elkaar zetten en de fiets erin rijden. De fiets van Peter is te lang, de doos houdt een flinke uitstulping die met veel plakband in bedwang moet worden gehouden. De fiets van Els is te hoog, het stuur moet eraf en aan het frame vastgeplakt. Al met al ben je mooi twee uur bezig, maar dan zijn ze ook goed opgeborgen, klaar voor de lange reis. Inchecken kan nog lang niet, we parkeren de bagage bij een terras vlak bij de incheckbalie en zitten de tijd uit met koffie en medegebrachte etenswaren, waartegen het personeel geen bezwaar maakt. We bedenken dat de vier fietstassen eigenlijk heel makkelijk zijn open te maken; er zit/kan geen slot op. We kopen alsnog vier boodschappentassen bij de HEMA en verpakken de fietstassen daarin met een halve rol plakband.
Het inchecken gaat heel vlot, een speciale medewerker ontfermt zich over ons en we blijven mooi binnen de 35kg. Weliswaar is op de binnenlandse vlucht van Bangkok naar Chiang Mai slechts 30kg toegestaan maar volgens ons mannetje kraait daar geen haan naar.
De vlucht naar Bangkok is een hele zit, gelukkig was er aardig wat beenruimte en viel het eten mee. De drie uur overstap in Bangkok gaat voornamelijk op aan het lopen van de aankomst- naar de vertrekgate.
En dan, na twaalf uur vliegen, Chiang Mai. De bagage en fietsen komen best vlot tevoorschijn, het busje naar het hotel staat klaar en rond acht uur zitten we al te knikkebollen boven een Changbiertje in een typisch Thaise kroeg.
De volgende morgen, na een onrustige jetlag-nacht, pakken we de fietsen uit en zetten ze in elkaar. Alles lijkt te kloppen en na het oppompen van de banden zijn we rijklaar. De dozen mogen in de opslagruimte blijven staan tot de terugreis.

Chiang Mai
De hoofdstad van het vroegere Lanna-koninkrijk, met een “oude” stad omringd door een gracht en een bakstenen muur. Het is er minder hectisch dan in Bangkok, en overzichtelijker. Je hebt er ook onverwachte ontmoetingen.

We bezoeken de belangrijkste Boeddhistische tempels, de Wat Chedi Luang, opvallend door zijn half ingestorte pagode

en de Wat Phra Singh.

Bij deze tempel, of liever het complex, zijn het de met fijn houtsnijwerk versierde gebouwen. In een van de tempelgebouwen zit rond het altaar een rij beelden van lang overleden monniken, zo levensecht dat je een eerbiedige knik maakt als je binnenkomt en pas daarna merkt dat ze niet reageren.

In een ander gebouw zijn muurschilderingen waarop iedereen blij kijkt, zelfs de betrokkenen bij een moord.


Het regent als we de stad verlaten. Het duurt even aleer de stad uit te zijn, want er wordt veel met zogenaamde U-bochten gewerkt. Dus veel heen en weer.
We rijden door landelijk gebied met veel rijstbouw en kleine dorpen, waar langs de weg veel stalletjes zijn met etenswaar.

Hier en daar worden de wegen verbouwd en is het zoeken naar een oversteek. Dit zijn de Chinese invloeden, die hier veel investeren en ook mensen uit China meenemen.
Een rustige aanloopdag en al vroeg zijn we op onze bestemming. Een mooi resort van een Zwitser die aan zijn levenswerk al 23 jaar werkt. Van jungle een prachtige tuin met honderden planten gemaakt een zwembad.
Het werd gelukkig snel droog en we hopen dat we voor het laatst de regenjas aan hebben gehad.
Etappe 2 leidt ons langs de Wat Ban Den en de Chiang Dao Caves.
Vroeg op pad om de bussen met Chinezen voor te zijn wordt geadviseerd. Natuurlijk volgen we dat op. Een gigantisch tempelcomplex met vele tempels. En er wordt nog steeds gebouwd. Veel uitingen van dieren en mythologische wezens.

Liggende Boeddha, een klassiek onderwerp
Naga, de mythische slang/draak die elke tempel bewaakt
Naga’s kunnen vele vormen aannemen
Als gezegd, vele diersoorten
De Boeddha kent vele houdingen, allemaal met een betekenis

Verder door mooi landelijk gebied op weg naar de Caves. Een gids met gaslamp geeft onderweg uitleg. Helaas was het een beetje hilarisch want ze is de Engelse taal niet echt machtig. Leuke excursie, we hebben echter mooiere grotten gezien. Aangezien het fietsen goed gaat besluiten we nog 10km van de volgende dag erbij te doen. Dat wordt een stijg en daal dagje van 68km.
Nu geklommen hebben we de 3e dag. Op en neer, een interval route van 45km. Onderweg midden in het bos een crematorium voor zowel electrisch als hout verbranding. Wat opvalt is de nonchalance die bij de boeddhisten maar ook de hindoes heerst ten opzichte van rituele plaatsen. Overal afval. Een deel van de tocht gaat door en langs Karstgebergte. Een stuk onverharde weg.

Terug op een grotere weg de apotheose van de dag: een klim van 5,5km en het was lekker heet en vochtig. Waarom doen we dit toch. Het antwoord was die avond de heerlijke maaltijd bij een ouder echtpaar en de kosten waren wel 230 baht, ongeveer euro 6,50 inclusief 2 grote flessen Chang bier.
De tocht naar Fang, alweer de 4e dag een relaxte van 45km. Door kleine boerendorpjes met op de achtergrond de bergen van Myanmar. Het weer is instabiel/bewolkt en dat is wel lekker in de ochtend. Al fietsend voelt het koel aan, ondanks dat de thermometer de 28 graden wel aantikt.
De vooruitgang in Noord Thailand vind je o.a. bij de koffietentjes, onderweg langs de grote wegen en in de stadjes. Erg lekkere “hot” cappuccino (’s morgens) en vooral de “iced” cappuccino (’s middags als het warm is). Geen Starbucks maar lokale koffie en baristas maken een mooie en vooral lekkere cappuccino.

Een nadeel van de vooruitgang is het drukke verkeer op de grotere wegen. Als men hier eenmaal een auto aanschaft dan is het geen Suzuki Alto, maar zijn het meteen enorme Japanse pick-ups.

We eindigen de vierde dag in Fang, in een hotel dat wordt gedreven door leden van het Lahu bergvolk die er hun producten en tradities uitdragen. We hebben een prachtige, traditionele kamer.
‘s Avonds eten we er een heerlijk gerecht met gefrituurde basilicum dat zo gepeperd was dat de tranen je in de ogen springen.

De vijfde dag een kort ritje: naar Thaton is het maar 35km. Daar vertrekt een boot die ons in één keer naar Chiang Rai brengt. Er gaat een openbare boot maar het minimum aantal passagiers is 4 en we zijn de enigen. Dus moeten we bijbetalen en krijgen we een privéboot. Na het inladen van de fietsen

gaat het met een noodvaart over de rivier Kok, door smalle doorgangen en over stroomversnellingen.

Een keer overstappen en na drie uur zijn we in Chiang Rai. Nog even zoeken naar een onderkomen want veel hotels/guesthouses zijn vol. Klein hotelletje gevonden dat wat achteraf ligt. Heelijk rustig in vergelijking met de drukke straten met backpacker’s hostels. Ja we worden ouwe lullen.
Op dag 6 brengt de tuktuk ons al vroeg, even na achten naar de witte tempel, de Wat Rong Khun.

Toch al behoorlijk druk. Dit is een moderne versie van een Boeddha tempel en wit om de reinheid van Boeddha te benadrukken. De bouw is in 1997 gestart en naar verwachting is het complex rond 2070 gereed. De details zijn nogal bizar: met doodskoppen, graaiende handen en het contrast tussen de hemel en de hel. Alles tot in detail uitgebeeld. Gaudì meets Boeddha, of zoiets.

De Thaise Gollem is er ook

De volgende stop is de blauwe tempel, de Wat Rong Seur Ten. Deze is gebouwd door een leerling van de kunstenaar v.d. witte tempel. Toch een ander in zijn soort. Fraai gedecoreerd met ornamenten en voor de ingang staan 2 enorme Naga’s (serpenten).

Ook binnen is alles blauw en dat geeft een groot contrast met de 6,50 meter hoge wit marmeren Boeddha.

In beide tempels is nauwelijks ceremonieel gebruik, alhoewel door de bezoekers veel gebeden wordt. Hier zijn monniken ook op visite.
De telefoon van Els heeft er de brui aan gegeven en een groot deel van dag 7 wordt besteed aan het verkrijgen van een nieuwe. Dat valt nog niet mee want er blijken vooral oudere modellen te koop. Aangezien deze in Europa niet ondersteund worden via updates wordt het nog moeilijk. We vinden toch een Motorola 7. De prijzen blijken net zo hoog als in Nederland na wat googlen.
We kwamen zo wel in het echte Thaise leven terecht. In de ene winkelmall komen de doorsnee Thai en in de andere zie je al een jetset leven met de daarbij horende prijzen.
Deze dag veel Thaise snacks gegeten. Een leek zelfs op een Brabants worstenbroodje.
Vandaag dag 8, een luier dag, uitgeslapen en lang ontbijt in een bakery. Nog een wel in gebruik zijnde tempel bezocht, de tempel van de smaragden Boeddha. Maar die is naar Bangkok verplaatst; er staat nu een Boeddha van groene jade uit Canada, ook heel mooi.

Smaragden Boeddha, nu van Canadees jade

Ja die monniken weten de weg in de wereld.


Morgen weer op de fiets.

4 gedachten over “51. Thailand

  1. Geweldige verhalen peter en els!! ik zie graag de routekaart in een blog zodat we dit een keer met de kids kunnen doen ik denk dat ze het geweldig vinden. heel veel plezier nog !!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.