69: Lofoten

69: Lofoten

Het Noorse genie

Na een ontspannen twee dagen op de camping bij de waterval vervolgen we onze weg door Noorwegen. Wat opvalt is de hoeveelheid geld (afkomstig van olie en gas) en moeite de Noren hebben gestoken in de infrastructuur. We komen bij de Sognefjord, die bizar diep het land insteekt. Waar men vroeger met de veerboot over moest varen ligt nu een prachtige tuibrug. Maar als we dichterbij komen, blijkt de hoofdweg er helemaal niet op aan te sluiten; het is alsof de brug daar nutteloos ligt te liggen. Plotseling komen we bij een tunnel, en na een paar honderd meter doemt een ondergrondse (onderbergse?) rotonde op. We slaan via de rotonde linksaf en komen na een lange bocht op de brug uit. Wat een ingenieuze oplossing!

Een uurtje later zijn we in Flåm, waar we het traject naar Myrdal met de fiets en trein heen en terug willen afleggen. Maar helaas, de camping is vol en daarbuiten is er geen plaats om te overnachten. Verder maar weer.

Jostedalsbreen

We eindigen die dag in het Jostedal, naamgever van de Jostedalsbreen (bre of breen is (oud)Noors voor gletsjer). Deze gletsjer wordt geafficheerd als de grootste gletsjer van het vasteland van Europa. (De Vatnajökull op IJsland is groter).

We boeken gelijk voor een begeleide tocht over de nabijgelegen uitloper van de Jostedalsbreen, de Nigardsbreen, voor de volgende dag.

De tocht voldoet geheel aan de verwachtingen. We verzamelen bij het materiaaldepot van de gidsen en krijgen pickel en stijgijzers uitgereikt. Dan op de boot om het meer over te varen naar de voet van de gletsjer. Nou ja, de plaats waar vroeger (slecht 20 jaar geleden!) de voet was. Inmiddels is de gletsjer enorm gekrompen en het kost een uur om hem vanaf de bootsteiger lopend te bereiken.

Nigardsbreen 20 jaar geleden
Nigardsbreen nu

Aan de rand van het ijs krijgen we een klimgordel uitgereikt en gaan we aan het touw. Een mooie tocht volgt over het blauwe ijs van de gletsjer, nu het zomer is natuurlijk zonder losse sneeuw maar wel met beekjes die over het oppervlak stromen en hier en daar in een gat verdwijnen. Het gaat licht regenen maar daar waren we gelukkig op voorbereid.

Na tweeënhalf uur krijgen we weer vaste grond onder de voeten en kunnen we tevreden de terugtocht inzetten.

De volgende dag voor de verandering een fietstochtje naar een andere uitloper van de Jostedalsbreen. Het vergde nog een aardige wandeling om bij het uitzichtspunt te komen maar het was de moeite waard, zo’n hangende gletsjer. De motor van Peters fiets houdt zich nog steeds goed!

Een verblijf in Noorwegen is niet compleet zonder de originele Lapskaus, in Nederland bij zeevarenden bekend als Labskous. We hebben er nostalgische herinneringen aan als makkelijk en goedkoop eten in onze primitieve Noorse jaren…

Op naar Rondane, een ander berggebied waar we goede herinneringen aan hebben. Ooit maakte we hier twee lange trektochten. We rijden omhoog naar het plateau, dan is dat vast gebeurd. Mysoseter is de plek, zo’n beetje aan de boomgrens die hier natuurlijk niet zo hoog ligt als in de Alpen. Drie dagen lopen we met de tent langs min of meer bekende punten, en we nemen zelfs een paar (mini)topjes mee.

Trondheim

De vroegere hoofdstad van Noorwegen, is het volgende doel. In 1972 waren we hier met Joke† en Cis; het was toen nacht en het regende, geen ideale omstandigheden. Nu hebben we stralend weer en kunnen we alles een goed bekijken. Vooral de kathedraal, opgetrokken in de het plaatselijke grijze graniet, is de moeite waard. Maar ook de oude koopmanswijk met zijn houten huizen mag er zijn.

Noordwaarts

En zo gaat het gestaag noordwaarts over de E6 richting Noordkaap. In vergelijking met 1972 is de weg natuurlijk verbeterd, maar ook erg druk geworden. Op de wegenkaart zien we een mooie weg langs de kust lopen en besluiten deze te volgen naar Bodø waar we gaan oversteken naar de Lofoten. Een prachtige smalle weg met mooie landschappen en 6 keer een veerboot. Hier vindt ook onze eerste ontmoeting met een eland(je) plaats.

Heel afwisselend en bijzondere overnachtingsplekjes. Soms gratis op een parkeerplaats met eveneens gratis waterval en/of zwemmen in een fjord of een meer met openluchtdiner na.

Soms landen we op een camping om de was te doen. We krijgen spartelverse vis cadeau van een Nederlander die elk jaar zijn vaste visstekjes langsrijdt. Volgens zijn vrouw vist hij in Nederland nooit….

We komen bij Saltstraumen, waar het getij zich door een nauwe doorgang perst om de achterliggende fjord te vullen en leeg te trekken. De snelste zeestroming ter wereld, zegt men daar. Indrukwekkende draaikolken!

In Bodø nemen we de veerboot naar de Lofoten, daar zijn we nog nooit geweest. De avond voor vertrek parkeren we bij een benzinestation waar je ook mag douchen en we halen pizza! De volgende morgen is het vertrek om 7 uur, melden om 6.15. We rijden netjes om 6 uur de opstelstrook op en worden gelijk doorgedirigeerd de boot in. Eenmaal aan boord maken we op ons gemak het ontbijt, immers we hebben nog een uur voor de afvaart. Dan wordt er op het raam geklopt en de Load Master gelast ons naar het passagiersdek te gaan. Wat is dat nu? Als we boven komen, vaart de boot al, een uur te vroeg! Na enig puzzelen blijkt dat we de verkeerde boot hebben die nochtans naar de goede bestemming vaart…

De Lofoten zijn een fascinerende aaneenschakeling van bergen, fjorden, meren en bruggen. De lichtval is betoverend door de overal aanwezige waterpartijen en de laagstaande zon. Uiteraard zijn er de rekken waaraan traditioneel de kabeljauw wordt opgehangen om tot stokvis uit te drogen. Maar dat seizoen is voorbij, nu hangen er kabeljauwkoppen die, naar verluidt voor Nigeria bestemd zijn….

Opvallend zijn de hoge bruggen over de zeearmen, die voornamelijk zo hoog zijn omdat de schepen van de Hurtigrouten, een succesvolle toeristische uitbouw van wat eens de snelste transportroute langs de kust was, er onderdoor moeten kunnen.

Niet alleen wij vinden de Lofoten mooi, maar ook heel veel anderen. Het valt nu niet mee om leuke en stille overnachtingsplekken te vinden. Overal campers en caravans. Halverwege vinden we een plekje op een grote kade in Svolvaer, waar veerboten vertrekken en er continu voertuigen op de opstelstroken staan te wachten. Het is niet de meest romantische plaats maar wel handig als je in Svolvaer wilt zijn.

In Svolvaer boeken we de Zeearendsafari, een tocht met een RIB (Rigid Inflatable Boat) naar de Trollfjord. Het is een ruige tocht, de RIB gaat 50 knopen (een nautische mijl is ruim 1,6km) en je wortdt dan ook flink aangekleed in o.a. een overlevingspak voor als je overboord slaat. We scheuren tussen groene bergwanden en boven water uitstekende rotsen door, het lijkt op de “fast boat” op de Mekong van anderhalf jaar geleden maar dan veel kouder. Er zouden onderweg zeearenden te spotten zijn en inderdaad, er vliegen er verscheidene over en één pikt zelfs vlak voor onze neus een vis uit het water. Spectaculair, ze hebben een spanwijdte tot wel 2 meter. Helaas zijn de foto’s en filmpjes niet om aan te zien. Vooruit dan, één foto van het internet geplukt:

Na een aangenaam pubmeal met een Lofotenbiertje slapen we tevreden in met zo nu en dan het geronk van een aankomende of vertrekkende veerboot.

De volgende dag trekken we met de camper wat hogerop de bergen in boven Svolvaer en beginnen een aanbevolen wandeling. Helaas, na een half uur blijkt een essentiële brug niet meer te bestaan. We improviseren en volgen een andere wegwijzer die ons naar een topje van 450 m leidt, een leuke dagexcursie met mooi uitzicht.

Dan gaat het verder over de prachtige Vesterålen, een noordelijke voortzetting van de Lofoten. De route en de uitzichten zijn echt prachtig. Maar het weer is totaal anders dan vorige week. Toen zwommen we in de fjord, nu hebben we de jas aan als we naar buiten gaan. Mooie overnachtingsplekken met uitzicht op de Noordelijke Zee/Atlantische Oceaan zij het met Atlantisch weer.

Uiteindelijk nemen we vanaf de noordpunt van Vesterålen in Andenes de boot naar het vasteland, en daarmee is ons Lofoten-avontuur ten einde evenals dit Blog.

8 gedachten over “69: Lofoten

  1. Wat een gave dingen hebben jullie weer gedaan, is toch fantastisch om dat op je 70e(+) nog te doen! En wat een prachtige natuur daar, bijna net zo mooi als de Veluwe 🙂
    Erg leuk om jullie avonturen weer te volgen.

    Have fun!

    Liefs Martijn, Ingrid, Nathan, Tessel & Renske

  2. Door blijven gaan met de prachtige verhalen en (bewegende) plaatjes. Het weer hier is nu ook behoorlijk scandinavies.
    Overigens staat de nautische mijl gelijk aan 1 boogminuut en wij meten dat als 1852 meter.

    1. Altijd fijn om te lezen dat onze schrijfsels gewaardeerd worden. Ik had als alumnus van de Rijn- en Binnenvaartschool de lengte van de Nautische mijl natuurlijk moeten kennen, en nu je het zegt, 1852 komt voorzichtig terug in mijn herinnering. Ik was waarschijnlijk in de war met de Engelse mijl. Maar er ontbreekt iets in je definitie. Je kunt een hoek niet uitdrukken in meters, wel in (boog)graden of (boog)minuten. De definitie zal wel luiden: de lengte van de boog die wordt gevormd door 1 boogminut op de grootcirkel.
      Wij komen hier op de E6 regelmatig oude bruggetjes tegen die nu als relict langs de totaal vernieuwde weg liggen en denken dan vol weemoed: “daar heeft de Ami nog overheen gereden…”

      1. Ze hebben ooit geprobeerd de afstand te meten tussen evenaar en pool en kwamen op 800 meter meer dan 10000 kilometer. Als je dan nu deelt door 90 graden en die weer ieder door 60 minuten kom je op 1852 meter. De evenaar met zijn 4 keer 90 graden is dan 40000km, maar dan hebben we het wel over een perfecte bol.
        Overigens als je je de Amerikaan herinnert die op 15 mijl of zoiets van Stockholm een huis had gekocht en dacht dat dat wel een mooie woon-werkafstand zou zijn, er zijn ook nog Scandinavische mijlen

  3. Beste Peter en Els, leuk jullie weer ( druk actief) gezien te hebben. Hartelijke groet en nog veel sukses en plezier, Hermine en Arne

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.