70. Het einde van Europa

70. Het einde van Europa

Dienstmededelingen

Ernstig: de ontbijtkoek is op, en de speculaas ook. En de televisie doet het niet meer, te ver noordelijk. Er staan ons dus bittere tijden te wachten.

Het kale noorden

Met nu echt de laatste veerpont op deze reis laten we de Lofoten achter ons.

Direct begint het landschap te veranderen. We rijden nog steeds langs eindeloze fjorden, iets waar je in Noorwegen bijna niet aan ontkomt. Maar de bergen worden minder steil en hebben afgeronde toppen, een gevolg van de kilometers dikke ijslaag die hier vanuit het Noorden is komen aanschuiven tijdens de laatste ijstijden. De begroeiing verandert; dennen- en sparrenbomen komen nog maar zelden voor. Er staan vrijwel alleen zielige berkenbomen, krom, kaal en bemost. Waarschuwingsborden voor overstekende elanden (soms) en rendieren (vaak).

 

En inderdaad, er steekt zo nu en dan een rendier over.

Overal langs de E6 zie je auto’s in de berm staan. De Noren zijn fanatieke wildplukkers en het is ze op dit moment vooral te doen om de Multebær. De Nederlandse naam is Kruipbraam, Bergbraam of Veenbraam.

De Noren (en de Zweden (Hjortron), en de Finnen (Lakka, niet te versmaden is de Lakkaliqööri) ) zijn er gek op. Ook wij vinden ze tijdens onze wandelingen en eten ze met smaak op, hoewel we misschien nog niet de goesting van de ware liefhebben hebben ontwikkeld.

We vinden weer de mooiste plekjes:

Zwemmen en barbecueën, het is prachtig zomerweer.

We vinden sommige plekjes met behulp van apps zoals Park4Night. Eenmaal moesten we een flink stuk over een hobbelweg rijden om een leuke plek te vinden bij de resten van een verlaten kopermijn/smelterij. Er is een mooie wandeling via de iconische Gorsabrug.

met spectaculaire waterval die zich in de nauwe Gorsa-canyon stort.

Halverwege lunch bij de Sabetjohka Hytta, op de typisch Scandinavische toendra, je bent er een lekkere dag zoet mee.

Na zo’n inspannende dag gaat na het eten een glaasje Calvados bij de koffie er wel in. Jammer dat het op is, Henk!

De E6

De in sommige kringen haast mythische E6 is een Europese route die van Rome leidt naar Kirkenes bij de Noors/Russische grens, het meest Noordoostelijke puntje van de Europa. In de meeste landen is de E6 niet meer dan een concept, een extra code aan bestaande wegen toegevoegd. In Noorwegen is het een belangrijke weg op zichzelf, de enige manier om van Zuid naar Noord te komen. Hoe langer we deze weg volgen, des te meer raken we onder de indruk van de prestaties van “onze” Ami 6 die ons in 1972 over deze weg helemaal naar de Noordkaap bracht. (En daarna via Finland, Rusland, Roemenie en Bulgarije naar Istanbul en Athene waarna hij het aan de Joegoslavisch-Hongaarse grens opgaf.) In die tijd bestond het wegdek van de E6 voor het grootste deel uit “grús”, rijkelijk voorzien van gaten en wasborden, en als je bochten wilde leren rijden was dit je kans. Nu is hij geheel geasfalteerd en voorzien van ontelbare tunnels zodat je amper aan het stuur hoeft te draaien. Die tunnels zijn soms prachtig bekleed en verlicht, maar soms waan je je in de grotten van Han.

Wel de juiste kleur, maar niet ons exemplaar….

 

De typische Citroënvering van de Ami was wel wat anders dan die van de omgebouwde Duitse vrachtwagen waar we nu in rijden; misschien was de Ami zelfs onder die omstandigheden wel comfortabeler. We zien naast de prachtig gemoderniseerde weg soms oude bruggetjes liggen die onderdeel waren van de oude weg, en denken dan vol weemoed: “ach, daar heeft de Ami nog overheen gereden”.

Op de E6 kom je van alles tegen. Veel fietsers met zware bepakking, een omaatje in een scootmobiel, en als klap op de vuurpijl een Italiaan van 74 die met een soort golfkarretje met veel bagage (Nederlands fabricaat: Radical Design) van de Noorkaap lopend onderweg is naar huis, bij Genua. We nodigen hem uit voor een espresso en hij laat zijn avonturen zien. Zo is hij van Vladiwostok naar Moskou en verder gelopen. We bieden hem ook onze koekjes aan en aan één aansporing om toe te tasten heeft hij genoeg; hij heet de hele doos leeg.

We maken foto’s en nemen afscheid. Buon viaggio!

Meertaligheid

Het noorden van Noorwegen is taalkundig wel bijzonder: de plaatsnaamborden worden in drie talen aangegeven. Naast uiteraard het Noors, zijn dat Samisch (Laps) en Kveens. Eat that, Fryslân!

Samisch, Kveens en Fins zijn via een ingewikkelde stamboom te scharen onder de Fins-Oegrische taalfamilie, net als het het Hongaars. De Sami(Lappen) zijn een van oorsprong nomadisch volk dat zich van de Atlantische Oceaan (Noorwegen) tot aan het Kola-schiereiland (Rusland) uitstrekt. De Kvenen zijn nakomelingen van Finse immigranten die in de 18e en 19e eeuw naar Noorwegen kwamen.

Uitstapjes

We verlaten voor even de E6 en rijden een schiereiland op om een rustig kampeerplekje te vinden en na een spannende 20 minuten over een nog net berijdbaar weggetje vinden we een leuke stek tussen de rendieren en op loopafstand van de zee. We zijn inmiddels bij de Noordelijke IJszee en we gaan zwemmen, lekker koud inmiddels maar je frist er van op zullen we maar zeggen. De zee brengt onverwachte producten voort die door zeevogels worden opgevist en aan land stukgesmeten en leeggepeuzeld. Enorme Koningskrabben (reconstructie) en diverse soorten zee-egels. De zonsondergangen zijn prachtig en ze duren uren omdat de zon hier zo’n platte baan heeft.

Na de barbecue komt uit de rijdende wijnkelder een oude Vintage Port tevoorschijn: Taylor’s Quinta Dos Canais uit 1992.

Hij heeft zich goed gehouden, de kurk komt er zelfs heel uit! Met een paar Spaanse en Franse kaasje is het een mooie afsluiting van de dag.

Dan komt een planningfoutje aan het licht: het wordt tijd om LPG te tanken voor de verwarming en het koken, maar de komende weken gaan we geen LPG-pomp meer tegenkomen. We moeten terug naar Alta, zo’n 120km rijden. Dat kost heen en terug een dag, en 25 l diesel. Dure LPG, een goede leer voor de volgende keer.

Keerpunt

Een dag later slaan we voor een flinke omweg af van de E6 en zetten koers naar de meest Noordelijk vuurtoren van Europa, Slettnes Fyr op het schiereiland Nordkinn.

Slettnes Fyr ligt op 71°05′22.6″ Noorderbreedte en is de meest noordelijke plaats die per auto te bereiken is. Daarmee is het in zekere zin het keerpunt van deze reis, vanaf nu gaat het alleen maar Zuidelijker.

Onderweg staat bij Langnes/Hopseidet een ontroerend monument voor de zes burgers (vissers) die in mei 1945 door de bemanning van een Duitse onderzeeboot werden doodgeschoten, twee dagen voor het einde van de oorlog. Het monument is opvallend goed onderhouden, hoewel het in the middle of nowhere ligt.

Op dit schiereiland, Nordkinn, ligt ook het meest Noordelijke punt van Europa, Kinnarodden. Huh? De Noordkaap is toch het meest Noordelijke punt? Tsja, dat heeft de gemeente Nordkapp, die op een zeker moment zijn naam zo heeft gekozen, inderdaad slim in de markt gezet. Maar “de” Noordkaap ligt op een eiland en als we eilanden mee gaan rekenen zijn er nog wel een paar die noordelijker liggen zoals Spitsbergen/Svalbard en Frans Josefland. En Kinnarodden op het vasteland van Europa is alleen te bereiken door middel van een voettocht van 24 km enkele reis, dat is onhandig vergeleken met “de” Noordkaap die tegenwoordig zelfs via een onderzeese tunnel per auto te bereiken is en per jaar misschien wel honderdduizend toeristen trekt.

Op deze route wordt ’s winters in konvooi gereden. Er is een opstelstrook waar je moet wachten op de sneeuwschuiver die op geplande tijden komt en waarachter je naar het volgende dorp mag rijden. Ikke søndag: niet op zondag.

Slettnes Fyr

We bezoeken de vuurtoren en staren pal naar het Noorden, de Noordelijke IJszee in. De Noordpool ligt daar ergens achter de horizon….

’s Avonds zien we vanuit de camper de nog steeds werkend vuurtoren zijn licht over de wereld schijnen.

De volgende dag maken we een “cultuurhistorische” wandeling langs de kust. Hoewel de tijd, de natuur en de mens veel hebben weggepoetst zijn er nog veel resten die herinneren aan de harde strijd om het bestaan die mensen hier hebben geleverd.

Maar er is ook enorm veel troep aangespoeld.

Er is zelfs een Hollendervik, “de baai van de Hollanders”. De herkomst is onduidelijk; er wordt gesproken over een in 1860 gestrand Nederlands schip maar ook over Nederlandse walvisvaarders rond 1600. Er is helaas niets meer te zien.

Het landschap is bizar met rechtopstaande kartels als van een enorm gebit.

We stuiten op een prehistorisch labyrint, deels overwoekerd door vegetatie maar goed herkenbaar. Het heeft ongetwijfeld een rituele betekenis gehad, maar welke?

13 Augustus 2021

Vandaag is het precies 3 jaar geleden dat we ons stadspaleisje verruilden door ons paleisje op wielen. We overnachten bij een vissershaven; dat is grappig, drie jaar geleden was onze eerste overnachting ook bij een haven, zij het een jachthaven.

De jachthaven van Strijen-Sas, 2018
De vissershaven van Nesseby, 2021

 

De volgende dag bezoeken we een Samisch museum. Behalve rendieren fokken deden de Samen ook aan visserij. Dit museum is gevestigd op de plaats waar de vissende Samen leefden in de periode kort na de laatste IJstijd. Toen lag hun nederzetting aan de kust, maar nu is deze plek, net als heel Scandinavië, door de “postglaciale opheffing” 45m hoger komen te liggen (Nederland is, als onderdeel van de balans in de aardkorst, onderhevig aan postglaciale daling). De meeste gevonden artefacten zijn afgevoerd naar een ander museum, wat overschiet doet een groot beroep op het inlevingsvermogen, zoals een vage ondiepe kuil die de bodem van een tent zou zijn geweest. Knappe archeologen toch! Behalve de reconstructie van een plaggenhut

is het meest intrigerende object de Transteinen, de Levertraansteen. Deze monoliet, geplaatst in (alweer!) een labyrint, werd volgens de analyses regelmatig ingesmeerd met levertraan om de goden gunstig te stemmen.

Wij krijgen herinneringen aan de tijd dat we in de keuken door moeder een lepel levertraan kregen toegediend. Je had toen helaas nog geen groepen als Moederliefde of Levertraanwaarheid die opkwamen voor het welzijn van jonge kinderen.

 

Kirkenes dan; laatste beschaafde stop vóór de Russische grens.:-) We overnachten naast het politiebureau, en vieren het driejarig jubileum met een etentje in het Thon-hotel aan de overkant. Leesadvies: The Restaurant at the End of the Universe door Douglas Adams (wel eerst deel 1 van de serie lezen).

Koningskrab staat op de menukaart, en in het aquarium scharrelen een paar enorme exemplaren rond.

Het mechanisme rondom de “mond” is bestwel een beetje ingewikkeld….

Het uiterste hoekje van Noorwegen

De volgende bestemming is Grense Jacobselv, in het uiterste noordoosten van Noorwegen. We zouden er eerst op de fiets heengaan, maar het is niet echt fietsweer met 10 graden en harde wind. De weg erheen is een marteling: kuilen, hobbels, gruis…. de camper kraakt en schudt, hoe voorzichtig we ook rijden. Het valt te vrezen dat het kraken zich definitief in de camper heeft gevestigd… De weg voert deels langs de Jacobselv, de grensrivier. Bordjes laten er geen misverstand over bestaan, dit gebied ligt zeer gevoelig.

Grense Jacobselv is niet meer dan een verzameling houten gebouwtjes aan de kust. Hoog in de bergen staat een Noorse uitkijkpost, net als aan de overkant bij de Russen.

De rotsen zijn veelkleurig en rondgeslepen door de enorme kracht van de noordelijke gletsjer die vanuit het poolgebied hier aan land kwam. De Barentszee spoelt onstuimig tegen de rotskust.

Van hieruit is het 2331km naar de Noordpool en 2538 naar Olslo, zo weten de Noren. Wij weten dat dit de plaats is voor EU-haters: nergens in Europa ben je zo ver van Brussel als hier: 3209km! (Voor de scherpslijpers: Nee, Noorwegen is geen lid van de EU; althans, dat denken ze. Ja, Europa loopt geografisch tot aan de Oeral. Ja, IJsland en Groenland horen staatkundig ook bij Europa.)

Op de terugweg overnachten we bij Norges eldeste fjell, Noorwegens oudste berg.

De rotsen hier zijn 3 miljard jaar oud. Indrukwekkend, die hebben het ontstaan van de Aarde zo’n beetje meegemaakt en moeten onderdeel zijn geweest van het veronderstelde eerste supercontinent van de Aarde. Het waait nog steeds, het is koud, we doen de kachel aan.

Nog even tanken en inkopen doen in Kirkenes, dan rijden we de grens over naar Finland. Wegversperringen, veel personeel, maar ons wordt geen strobreed in de weg gelegd.

Tot de volgende keer!

7 gedachten over “70. Het einde van Europa

  1. Weer een schitterend verslag met prachtige plaatjes!
    Het is de moeite waard om de blogs te bundelen en uit te geven!
    Groeten, Gea en Alex

  2. Hallo lievies,
    Het is al heerlijk om over dit alles te lezen, laat staan er midden in te zitten.
    Mocht er een mogelijkheid zijn ,om ergens een pakketje op te halen, waarschuw ons dan. De verse ontbijtkoek en speculaas zullen er staan.
    Groeten Gerard Letty.

    1. Hoi Letty,
      Ik denk dat als we (bij Hengelo) de grens over komen, we als eerste de AH gaan opzoeken. Dus lief dat je het aanbiedt, we komen heus wel een keer langs maar de camper zal dan al weer vol liggen met lekkers….

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.