54. Het hart van Indochina

54. Het hart van Indochina

Na thuiskomst van de Gibbon Experience besluiten we om iets luxer te overnachten, in het Houayxay Riverside Resort. Het is nog steeds niet veel, vooral de badkamers zijn van een uiterste eenvoud met een douche die de toiletpot natsproeit. De achterkanten van de deuren zijn ook allemaal aangetast, cq beschimmeld. Ze hebben allemaal een elektrische geiser vlak bij de douchekop, voor Europese begrippen een penibele situatie, in flagrante strijd met NEN1010 zeg maar. Maar ze doen het gelukkig steeds en ze hebben een ingebouwde aardlekschakelaar die je zelf kunt testen.

De volgende dag op de “slow boat” voor etappe 10A naar Pak Beng, een tocht van zes uur op een boot volgeladen met backpackers.

Eten en drinken mee, en genieten van de mooie uitzichten. De fietsen moesten eerst op het dak, maar na onze weigering werden ze netjes op de voorplecht vastgezet.

De roerganger heeft mooi zicht op onze fietsen

De boot stopt onderweg op diverse plaatsen om mensen, brieven en spullen af te leveren. Er gaat zelfs een manshoge koel/vrieskast van boord.

Bij aankomst breekt zoals verwacht een pandemonium los. Wie als eerste aan boord kwam, zit natuurlijk voorin en is als eerste bij de bagage. Maar zijn/haar tas ligt uiteraard onderop. Gelukkig zijn onze afwijkende tassen wat opzij neergezet en kan Els ze snel te pakken krijgen. Intussen zijn vele handen bezig met het losmaken van de fietsen. Ze werden van boord getild en Peter dacht dat dat service van de bootbemanning was. Maar de heren hollen er gelijk de lange trap naar boven mee op. Dat is fijn maar niet belangeloos; er wordt wel een vergoeding voor deze ongevraagde dienstverlening verwacht.
Els had intussen het beoogde guesthouse uitonderhandeld en we kunnen gelijk doorfietsen naar ons onderkomen. Het was een lange dag, hapje eten in het bijbehorende restaurant en naar bed.
De volgende dag waren ons badende olifanten beloofd maar dat valt erg tegen. Er staan er twee wat doelloos op de oever.

Verder maar weer op etappe 10B, we slaan koekjes en bananen in en dat is maar goed ook.

De dames kijken graag in je portemonnee

We belanden nu echt in het hart van Zuidoost Azië, l’Indochine profonde zeg maar. Het is een arm gebied met eenvoudige landbouw. De rijst wordt met sikkels gesneden…

en winkeltjes verkopen de meest simpele dingen. Er wordt op kleine schaal katoen geoogst en ter plaatse verwerkt.

Schamele behuizing, magere katoenoogst

Anders dan in Thailand is er geen eetcultuur; de Laotiaan eet kennelijk thuis. We stoppen bij een tempel om daar in de schaduw de koekjes en bananenchips te eten.

In Laos zijn trommels kennelijk belangrijk
Bananenchips

Aan het einde van de dag vinden we een vrij goed guesthouse. Maar in het dorp is geen fatsoenlijk restaurant te vinden. Na vragen worden we naar de al bijna verlaten markt gestuurd waar in een duister etablissement een kom miesoep te krijgen is. Toktok/vleugeltjes heeft mevrouw niet om erin te doen, wel iets met oren. Doe dat dan maar (het blijkt taai buffelvlees te zijn).
De volgende dag, etappe 11, vinden we gelukkig onderweg een restaurant waar we (alweer) miesoep kunnen eten. Goed voor het vocht, het is lekker en het vult goed.

Het fietst mooi, maar het is een soort intervaltraining. De bevolking is heel vriendelijk, je wordt van alle kanten gegroet: sabaidíé! Vooral de kinderen vinden het prachtig, ze willen een handenklets doen als je voorbijrijdt. De volgende dag is een prachtige tocht door jungleachtig gebied en hier en daar een dorpje. En gelukkig hebben ze ook blikjes Nescafe ijskoffie. Nestlé heeft hier zegenrijk werk verricht! Alleen water de hele dag wordt zo saai.

Op de boot van Pak Beng ontmoeten we een mede fietser: een Canadees uit Quebec. Is al jaren op route en gaat nu naar Vietnam om daar Engelse les te gaan geven, en dat voor een Franstalige. Twee dagen zijn we elkaar tegenkomen. Hij rijdt op een soort terreinfiets met super dikke banden en zoeft ons dan ook voorbij.
Ook ontmoeten we een Nederlands stel dat vanuit China via Noord Laos en Thailand naar Myanmar fietst. Ze rijden op heel oude racefietsen, ongeveer 40 jaar. Bijeengehouden met staaldraad. Hun einddoel is India!


De avond brengen we door in een stadje waar de bevolking overwegend Chinees is. Dat stamt uit de tijd van de zijderoute. Toen was het een middelpunt van doortrekkende karavanen. De zijde is overgegaan in allerlei Chinese handelswaar van plastic en goedkoop gereedschap. Maar er wordt ook nog ambachtelijk gewerkt.

We eten bij een Chinees; de menukaart is volkomen onbegrijpelijk en er ontstaan hilarische taferelen als we met een aanwijsstok elkaar proberen duidelijk te maken welk plaatje van het wandbord het best bij onze wensen past. Best lekker gegeten.
Etappe 12A is een lange fietsdag naar Muong Khua, iets meer dan 100km. Gelukkig gaat het na de eerste 20km voornamelijk omlaag. We komen nu wel in één van de armste gebieden van Laos vinden wij. De mensen leven in bamboe huisjes met wanden van vlechtwerk.
We komen aan in een druk stadje, Muang Khua alwaar we één van de beste onderkomens tot nu toe vinden. Gezellig restaurant aan de Ou rivier en zicht op de boottocht die we gaan maken.

Etappe 12B gaat per boot.
Met veel moeite konden de fietsen op de boot en zijn we klaar voor een mooie tocht.

Hoewel het “Slow Boat” heet gaat het toch niet zo langzaam….

Halverwege wordt de rivier afgesloten door een dam in aanbouw van, jawel Chinese makelij. De fietsen en bagage naar boven aan de weg sjouwen en een stuk langs de dam fietsen. Verderop ligt weer een bootje klaar. Het geeft zoveel stress dat we niet eens een foto hebben gemaakt.
Voor veel van de bewoners in het gebied betekent de bouw verkassen en elders weer iets zien op te bouwen. De regering is er blij mee. De opgewekte elektriciteit wordt verkocht aan omliggende landen. Het plan is in het gebied 7 dammen te bouwen.
Geland in Nong Khiaw. Een backpackers omgeving met de daarbij behorende levendigheid. Het ligt wel in een prachtig Karstgebergte, van die pijlers die je op Chinese tekeningen ziet.
We nemen een extra dag en bezoeken een grot waar de lokale bevolking ging schuilen als de bommen vielen tijdens de 2e Indo-Chinese oorlog. Om in hun schuilplaats te komen moesten zij een lange trap op. Nu is deze van beton, maar we stellen ons voor dat het toentertijd een bamboe ladder was. Een hele klus om boven te komen.

Wij moesten over een lang plankier van gevlochten bamboe om er te komen; wel bijzonder lopen…

We laten ook de was doen door de dame waar we ontbijten; erg schoon wordt het niet, blijkt later. ’s Avonds een diner met zicht op de Nam Ou rivier.

Avond aan de Nam Ou

Zonder weemoed verlaten wij ons guesthouse, het is een slecht onderhouden kamer en niet al te schoon. Redelijk aftands. Echter vergeleken met de kamer welke ons staat te wachten, is het nog redelijk. De ochtendnevels tussen de bergen maken veel goed en we hebben een lekker ontbijt aan de overkant van de rivier.

Ochtend aan de Nam Ou

Het wordt een korte etappe 14 van 35km; we besluiten er een stukje van etappe 15 aan te knopen. De voedselsituatie wordt wat minder nijpend, we kunnen zelfs in een heel net restaurant terecht voor de lunch. We eindigen in een zeer eenvoudig guesthouse in een zeer eenvoudig dorpje. De kamer is klein, heeft geen airco en de douchegeiser doet het niet. Een wat grotere varkensstal met een doorgezakte bank van Harry Potter. Els laat de zak met sinaasappels op de bank vallen en meteen zijn ze erin verdwenen. Niet meer terug te vinden.

Omgebouwde varkensstal met Harry Potter verdwijnbank

En er is niet eens internet; het moet niet gekker worden Maar wat wil je voor 70 kKip…. De zeep is nog van de vorige bewoner dus we halen voor het eerst de Unicurazeep tevoorschijn. Er is een restaurant aan het huis verbonden, gevestigd in de eveneens inpandige meubeltoonzaal. Van de beperkte menukaart is alleen miesoep te krijgen, en over de ingrediënten bestaat onduidelijkheid; wat zijn dat voor brokken die mevrouw ons laat zien? We zullen het nooit weten, we krijgen water met noedels en koolbladeren.

Meubelrestaurant

Van treurigheid gaan we om acht uur slapen.
Etappe 15 begint in de mist, zonder ontbijt. Na een paar venijnige klimmetjes genieten we wat chocoladekoekjes en bananenchips onder een grote Bodhi/Banyanboom, alias Ficus religiosa.

Dit is het type boom waaronder de Boeddha zijn laatste lessen gaf voor zijn intrede in het Nirwana. Onder de boom staan twee oude, primitieve beelden waarvan er een al met de boom is vergroeid. Ze worden kennelijk aanbeden, een forse afwijking van de verfijnde beelden die je in de Boeddhistische tempels aantreft. Intrigerend.

Er is enorm veel zwaar verkeer op de weg, kennelijk vanwege een in aanbouw zijnde Chinese stuwdam. De weg is flink kapotgereden maar is en wordt ook verbeterd met zwaar materieel, wat betekent dat we door een grindbed rijden of net aangebracht asfalt dat lekker aan de banden kleeft. De dam wordt gebouwd door Power China;

je vraagt je af wie hier uiteindelijk beter van wordt. De kinderen onderweg zijn nog even enthousiast in het begroeten en soms proberen jochies hard mee te lopen of fietsen. Ook nog een oude man op de fiets mee naar boven geduwd. Hij komt niet meer bij van het lachen.
Ons vooruitzicht voor vandaag is een prachtig resort met zwembad en daarin dobberend uitzicht op de rivier. We slaan de weg in er naar toe en dan blijkt dat we 4km moeten mountainbiken door het zand. Maar eind goed al goed. Het Nam Ou Riverside Resort is een prachtig onderkomen met al het beloofde. Een relaxmiddag en -avond, met een kamer waar de vorige 2 genoemde onderkomens in passen.
We gaan lekker zwemmen met het beloofde uitzicht op de rivier en laten ons verwennen in het restaurant.

Dit resort is zo goed als leeg, je vraagt je af wat het verdienmodel is.

2 gedachten over “54. Het hart van Indochina

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.